Over arts en vrijdenker Hendrik Fredrik August PEIJPERS (1854-1904)

                      

Geboren in de Rijp op 02-01-1854 als zoon van Wilhelmus Nicolaas Peijpers en Anna Louiza Elizabeth Sasse. Zijn ouders zijn getrouwd te Amsterdam in juni 1853. Hoe de ouders elkaar hebben leren kennen, vertelt het verhaal niet. Waarom ze zijn getrouwd is niet moeilijk te raden. Vader werd Willem genoemd. Moeder vermoedelijk Anna. Uit geen enkel document blijkt de roepnaam van het kind. Hendrik lijkt logisch, maar ik noem hem in dit stuk "H.F.A.".

Zijn (groot)ouders:

De vader van Anna Sasse was arts. Ook broers van haar oefenden dat beroep uit. Verder waren er apothekers in de familie. Evangelisch Luthers was de geloofsovertuiging. Amsterdam was geen stamoord van de familie, maar Anna woonde er wel. Ze trouwde een man uit een ander milieu. Willem was de zoon van de  jong overleden kantoorklerk Arij Peijpers, stammend uit een Nederduits Hervormd geslacht. Geboren en getogen te Rotterdam, alwaar zijn moeder, Anna Wasserval, bleef wonen. Willem werd als enige van 5 kinderen volwassen. Kennelijk is hij grootgebracht in de "boekenwereld", wellicht bij oom en tante Verbruggen die een boekhandel hadden. Willem verdiepte zich in geschiedenis en schreef, veelal op rijm (dichtte zogezegd). Zijn voorliefde betrof het toneel. Reden voor hem om in 1851 naar Amsterdam te trekken. Daar gebeurde blijkbaar het meest in die wereld. Te Amsterdam stond hij ingeschreven als boekhandelaar en hij werd er -met een vennoot- uitgever, maar na een aantal jaren, beperkte hij zich tot alleen maar (heel veel) schrijven en vertalen.

Het huwelijk met Anna is geen succes geworden. Blijkbaar is de zwangere Anna naar haar ouders teruggekeerd. Haar zoon is in hun woonplaats geboren, vernoemd naar en aangegeven door haar vader Dr. Hendrik Fredrik August Sasse.

Vader Willem hertrouwde in 1865 en ging begin 1866 terug naar Rotterdam. Daar schreef en publiceerde hij niet alleen, maar produceerde er ook een deel van een reeks kinderen. In 1878 verhuisde het gezin "terug" naar Amsterdam. Nog meer gezinsuitbreiding. H.F.A. kreeg uiteindelijk 12 halfbroers en -zussen waarvan er 7 volwassen werden! Dat hij ermee te stellen kreeg, blijkt verderop uit dit relaas. Zijn moeder Anna hertrouwde niet. Zij woonde in de buurt van, of heeft met haar zoon samengewoond. Vreemd genoeg is in haar overlijdensakte vermeld, dat ze weduwe was van Willem!  

H.F.A. zelf:

opleiding en arts

Als H.F.A. acht jaar oud is, wordt de scheiding van zijn ouders een feit. Mogelijk is die zelfs afgekocht! De jongen is ongetwijfeld beïnvloed door de familie van z'n moeder. Hij staat ook als Evangelisch Luthers te boek. Van 1860 tot maart 1872 is hij vermeld in het Bevolkingsregister van de Rijp. En, hij gaat medicijnen studeren! Hendrik tekent een contract bij de Koninklijke Marine om als arts voor de Zeedienst te worden opgeleid. Dienst voor de Nationale Militie ontloopt hij (vrijgesteld), omdat hij als actief in dienst wordt geboekt. Per 01-10-1872 begint hij aan zijn studie geneeskunde. In de jaarboekjes der "Koninklijke Nederlandsche Zeemagt 1873-1876" wordt hij keurig vermeld. Studeren doet hij aan de Universiteit van Amsterdam, alwaar hij staat ingeschreven in de jaren 1872-1876. Hij gaat, komend vanuit Zaandam (waar hij ruim een half jaar te boek stond), wonen aan de Houtgracht. Uit het  Bevolkingsregister blijkt, dat hij nogal eens van woonadres is veranderd (aardje naar z'n vaartje?). In december 1876 wordt hij aan de Universiteit van Utrecht ingeschreven, alwaar hij zijn studie voortzet. Hij blijft daar 2 jaar, om vervolgens weer naar Amsterdam terug te keren. Pas in 1884 doet hij examen als arts. Hij haalt zijn bul, maar voegt zich niet bij de vloot…

Hij begint een praktijk in Nieuwer-Amstel, aan de Willemsparkweg / Parkweg. Daarnaast blijft hij studeren, waarbij hij zich vooral richt op de geschiedenis van de geneeskunde. Leraren zijn o.a. Hertz, Stokvis en Tilanus. Op 3 mei 1895 verdedigt hij zijn proefschrift "Lues Medii Aevi". Hij promoveert daarop "cum laude". Zijn promotor is Stokvis. Op 1 juli 1896 verschijnt het eerste nummer van "Janus", een internationaal tijdschrift waarvan hij hoofdredacteur en directeur is. Het groeit uit tot een vermaard blad op het gebied van de medische historie en de medische geografie. Van H.F.A. zelf worden talrijke bijdragen in het blad opgenomen. Ze geven blijk van zijn uitgebreide wetenschappelijke kennis. Ook in het Tijdschrift voor Geneeskunde zijn publicaties van zijn hand te vinden, zoals "Lues Veterum" in 1893, "Expectatief behandelen, of ingrijpen- abortuskwestie" in 1895 en "Katjang idjo" in 1903. Ook voor de 70-ste verjaardag van Prof. Dr. J.W.R. Tilanus, chirurg, schrijft hij in 1893 een artikel in "Eigen Haard", waarnaar nog vaak is verwezen.  Schrijven was niet het enige, want in 1899 gaf hij een voordracht te Haarlem, met als titel: "De cirkelgang in de geneeskunde". In 1903 is de behoefte uitgesproken aan een leerstoel in de geschiedenis der geneeskunde. Dr. Abraham Kuyper (minister in die tijd), voorstander daarvan, vindt H.F.A. de geschikte persoon. Echter, de leerstoel komt er niet, omdat Burgemeester en Wethouders van Amsterdam zich ertegen verzetten. Toen H.F.A. begin 1904 overleed, is het plan opgeschort.

vrijdenker

H.F.A. is al in zijn studietijd overtuigd vrijdenker en wordt dan ook lid van de vereniging "de Dageraad". Hij heeft zelfs de moeite genomen om zijn geloof in het Bevolkingsregister te laten schrappen. In 1883 en 1884 is hij tweede secretaris van "de Dageraad". In latere jaren commissaris. Zijn eerste echte pennevruchten verschijnen in 1885 en 1886. Het zijn vertalingen van gedichten van  respectievelijk Heinrich Heine en Strackwitz, die in de "Nieuwe Drentsche Volksalmanak" worden gepubliceerd. H.F.A. heeft in vrijdenkerskringen contacten met gerenomeerde lieden. Zo blaast hij -tezamen met H.C. Muller, en Titia van der Tuuk, o.l.v. K.O. Meinsma- het tijdschrift "De Dageraad" nieuw leven in (1888). Blijkbaar ook onder één of meer pseudoniemen verschijnen regelmatig artikelen van zijn hand. Onder eigen naam zijn de publicaties "Kan Multatuli ook in de hemel komen", "Multatuli is dood" en "Het Handelsblad en zijne Multatuli-Noteeringen, toegelicht en voorzien van geleerde aantekeningen door een Heer van de Beurs" de bekendste.

Tijdgenoten en eveneens vrijdenkers o.a.: H.H. Hartogh Heijs van Zouteveen, P.C.F. Frowein, Cornélie Huygens, Aletta Jacobs, Max Greeve en F. van der Goes.

Aan Willem Kloos -redacteur van "De Nieuwe Gids"- heeft hij advies gevraagd m.b.t. een artikel over de wijsgeer Spruijt. Willem Kloos wijst in een antwoordbrief van 25 december 1886 op de zwakheden / tekortkomingen in het stuk van H.F.A. Mij is niet bekend, of het verhaal, al dan niet gewijzigd, is uitgegeven. 

P. Spigt heeft het nodige onderzoek verricht naar H.F.A. Hij is tot de conclusie gekomen, dat H.F.A. zich door zijn werk duidelijk en letterlijk heeft bekend tot de visie van het pessimisme. "Dat verrast even, tussen de geestige, ironiserende, rondweg spottende, soms geestdriftig-idealistische passages van zijn schrifturen". (Uit "atheïsme en vrijdenken in Nederland", door dr. O. Noordenbos en P. Spigt, 1976). Zie rechts.

 

privé

H.F.A.'s moeder stierf op 2 januari 1891. Zij was niet hertrouwd. In datzelfde jaar trouwde hij op 5 augustus te 's-Gravenhage met zijn nichtje R.B.F.E. (Lize) de Holl, op haar 21-ste verjaardag. Zij was een dochter uit het huwelijk van E.J.J. Sasse, een zusje van zijn moeder en van Jan de Holl, arts. Het werd geen gelukkig huwelijk. H.F.A. wilde om een of andere reden geen kinderen. Geschreven is, dat hij eigenhandig zwangerschappen van Lize afbrak. Lize nam het heft in eigen handen toen ze medio 1892 toch weer zwanger was. Ze vertrok naar haar moeder en zo werd op 26 maart 1893 te Nieuwer Amstel dochter A.L.E. (Louise) geboren. Het kind werd -naar verluid- de eerste jaren van haar leven voornamelijk door haar grootmoeder opgevoed.

Naast zijn praktijk en studie heeft hij ook nog van doen gehad met het (grote) gezin van zijn vader. Die laatste werd in januari 1891 weduwnaar. Daarnaast taande zijn toneelschrijversroem en hij geraakte in (financieel) verval. Hij hertrouwde in september 1891 nog met een schoonzus, die al tweemaal weduwe was van broers van zijn vrouw. Naar verluid was de schoonzus geldschietster! Vader Willem overleed op 8 augustus 1895, zijn oudste zoon opzadelend met de voogdij over de jongste nazaten. 

Met dit schrijven laat Dr. H.F.A. Peijpers aan Anna Kramer weten, dat hij het met de voogdij van zijn stiefbroertjes en stiefzusje heeft gehad. Anna Kramer was de derde vrouw van zijn vader, die met de jongste kinderen uit het tweede huwelijk achterbleef. "Moeilijk opvoedbare jeugd" lijkt hier een juiste bewoording.

                            

                                                                                                                                         

                                                                                                                                            

"Mejuffrouw. Sedert weken draag ik het voornemen bij mij om de voogdijschap neer te leggen. Daar het mij gebleken is dat met de kinderen "niets" is aan te vangen, dat zij niet vatbaar zijn voor vermaning of raad en er voor mij niets dan onaangenaamheden resten zonder dat ik enig nut kan stichten zal ik de noodige stappen om van de voogdij ontheven te worden dezer dagen verrichten. Wanneer het uwe bedoeling is met klachten als andersints ten mijnent te komen verzoek ik u die moeite te sparen. Er is hier voor mij niets meer te doen. Achtend Dr. H.F.A. Peijpers. 19-6-98". Dit briefje behoort tot de collectie familiepapieren.

 

                                                                                                                                      

 

H.F.A.'s huwelijk heeft niet erg lang stand gehouden, want op 08-12-1898 werd te Amsterdam de scheiding uitgesproken. Het verzoek daartoe was door Lize -op grond van overspel- ingediend. De scheiding werd pas op 11-04-1900 ingeschreven. Lize ging in 1900 farmacie studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Zij werd apothekeres. Ze hertrouwde in 1904 met L.E.J. Brouwer (later prof.dr.).

H.F.A. zelf hertrouwde al snel. In september 1900 te Nijmegen. Zijn vrouw wordt de weduwe W.P.M.L. Melchers-van Dijk. Zij woonde met haar twee dochters nog op de Ceintuurbaan te Amsterdam, in augustus 1900. Toevallig of niet, een zus van W.P.M.L. van Dijk trouwde in juli 1902 met de weduwnaar-schoonvader van H.F.A.'s halfbroer Jacques Peijpers. Met zijn tweede ega is hij op huwelijkse voorwaarden getrouwd. Ogenschijnlijk is de gewone boedel niet van enige betekenis. Apart vermeld worden een paar vazen en de boekenkasten met uitgebreide bibliotheek. Schulden zijn er wel. H.F.A. betaalt alimentatie aan zijn ex en hij heeft een vordering van de staat die fl. 6000,= bedraagt. Dat laatste, omdat hij op staatskosten heeft gestudeerd, maar vervolgens niet het ruime sop heeft gekozen, om als Marine-arts te "opereren".

Het tweede huwelijk van H.F.A. heeft maar ruim drie jaar mogen duren. Er zijn geen kinderen uit die relatie geboren. Inmiddels is het woonadres de P.C. Hooftstraat, nummer 147 te Amsterdam. H.F.A. is maar net 50 jaar oud geworden. Hij is op 15 januari 1904 -thuis- gestorven aan een longontsteking.

 


Dochter Louise werd zijn enige erfgename. Wel werden legaten uitbetaald aan W.P.M.L. van Dijk en aan haar twee dochters. De erfenis omvatte met name de grote bibliotheek, die werd geveild. Verder waren er nog wat aandelen. Na oproep aan schuldeisers, het innen en voldoen van openstaande rekeningen en het veilen van de bibliotheek, werd een "rekening van verantwoording" opgemaakt voor notaris D.J. van Stockum, d.d. 05-10-1904. De afhandeling van zaken werd gedaan door A.J. Godzen, commissionair in effecten, wonend te Bussum, testamentair genoemd om als raadsman in de voogdij over de dochter op te treden. De moeder en haar tweede echtgenoot, respectievelijk als voogdes en medevoogd, gaven A.J. Godzen schriftelijk consent om namens hen te handelen. Voor Louise bleven enkele duizenden guldens over, deels in effecten belegd.


Gezocht...

Naast het feit dat de roepnaam van H.F.A. nergens is vermeld, is mij van hem geen foto of getekend portret bekend. Mocht een lezer / lezeres dezes mij daaraan kunnen helpen: graag!

Beja Peijpers,  Eindhoven, december 2003.

Aanvullingen en correcties van later datum.

 Bronnen:

terug naar genealogie